‘Nee, het probleem verplaatst zich niet naar Nederland.’ Woordvoerster Janet Takens van het ministerie van Veiligheid en Justitie zegt het met lichte irritatie in haar stem. Migranten die zich tussen kipfilets of colaflessen in vrachtwagens verstoppen en met de veerboot naar Engeland gaan? Dat is vooral een Frans en Belgisch probleem. De Nederlandse overheid ziet wel een toename van het aantal inklimmers, maar communiceert consequent dat de situatie ‘onder controle’ is.
In oktober 2016 verspreidde het ministerie van Veiligheid en Justitie nog het nieuwsbericht met de geruststellende kop ‘Aantal inklimmers daalt verder’. In de nazomer van 2016 was het in de havens namelijk rustiger geweest dan in het voorjaar. Toch is er over de jaren heen onmiskenbaar sprake van een stijging. In 2010 trof de marechaussee minder dan vijf migranten aan in de drie Nederlandse havens die een veerbootverbinding met Engeland hebben: Hoek van Holland, Europoort en IJmuiden. In 2015 waren het 280 mensen, begin oktober 2016 stond de teller op 640 en eind november sprak de marechaussee op een studiedag over 987 inklimmers.
Het Rotterdamse gemeenteraadslid Antoinette Laan (VVD) schrikt zich rot als ze de cijfers in oktober ziet. Ze schrijft op 25 oktober een brief aan burgemeester Aboutaleb (PVDA) waarin ze met klem om een debat vraagt. In de daaropvolgende actualiteitenraad van 27 oktober verzekert burgemeester Aboutaleb de gemeenteraadsleden dat de situatie ‘behoorlijk onder controle’ is. Hij heeft drie weken eerder nog een heel weekend in Hoek van Holland gelogeerd en heeft daar met eigen ogen gezien dat de slagkracht van de ordediensten ‘werkelijk indrukwekkend’ is en de beschikbare technologie ‘bijna perfect’. Trouwens, het merendeel van die migranten komt uit Albanië. ‘Dat zijn Europeanen die rechtmatig in Nederland mogen zijn.’
De burgemeester concludeert dat extra manschappen niet nodig zijn. ‘Maar ik denk dat het goed is om aan dit onderwerp een keer een uurtje te wijden in de commissie, begin volgend jaar.’ Het woord ‘mensensmokkel’ valt in de actualiteitenraad niet één keer. Toch zijn de Albanezen (51 procent), Afghanen (17), Irakezen (9) en Vietnamezen (6) die de marechaussee in 2016 in vrachtwagens, auto’s en caravankastjes aantrof daar regelmatig in gestopt door smokkelaars.
‘Ze springen over de hekken bij de terminals en proberen daar in vrachtwagens te klimmen.’ Nicole Visbeen van transportbedrijf DailyFresh Logistics uit Hoek van Holland ziet sinds half november 2016 groepjes migranten op de dijk lopen. Zowel migranten als smokkelbendes weten de deelgemeente van Rotterdam steeds beter te vinden.
Europol noemde Hoek van Holland begin 2016 in een rapport ‘een criminele hotspot’ voor mensensmokkel. Smokkelaars opereren regelmatig vanuit de Nederlandse haven, zei Tom Dowdall van de Britse National Crime Agency al in 2015 in The Guardian. ‘Het gaat om professioneel georganiseerde smokkel die veel voorbereiding vereist, en veel geld kost. De activiteit in Calais is eerder van een laag niveau en valt veel meer op. Geavanceerde misdaad is per definitie minder zichtbaar.’ Zonder de hulp van corrupte havenwerkers zijn de Nederlandse havens dan ook moeilijk neembare vestingen voor criminelen. Medewerkers van containerbedrijven, vrachtwagenchauffeurs en douanemedewerkers zijn een onmisbare schakel bij drugssmokkel, diefstal van ladingen en mensensmokkel.
Criminelen benaderen de havenwerkers in cafés in Rotterdam-Zuid, vertelde officier van justitie Loes van der Wees aan de NOS bij de start van een campagne tegen corruptie in de haven, begin vorig jaar. Zo stond bijvoorbeeld een 32-jarige voormalige medewerker van Stena Line op 4 oktober 2016 terecht omdat hij zijn bedrijfsjas en toegangspas voor een paar honderd euro aan twee Albanezen had uitgeleend. Die verkleedpartij pakte anders uit dan gehoopt, toen een leidinggevende op de ferry de Albanese ‘collega’s’ niet herkende. Volgens Interpol is mensensmokkel inmiddels lucratiever dan drugssmokkel en zeer aantrekkelijk voor criminelen door de grote winsten en kleine pakkans.
Hoe groot is de kans dat mensensmokkel ondanks de verhoogde inzet van de marechaussee in de Nederlandse havens onder de radar blijft? Door een tekort aan speurhonden kunnen niet alle voertuigen worden gecontroleerd. Er zijn altijd mazzelaars die door de mazen van het net glippen en de slaagkans is groot genoeg om de smokkelindustrie te laten bloeien. Een deel van de migranten dat erin slaagt om onopgemerkt in Nederland aan boord te gaan, wordt alsnog in Engeland gepakt. In de eerste negen maanden van 2016 haalde de Britse politie 190 migranten uit voertuigen die in Nederlandse havens aan boord waren gegaan.
‘Het heeft niet veel zin om in België een optimale strijd te voeren tegen smokkelaars terwijl het in je buurland op dat moment geen prioriteit is.’ De werkkamer van de Belgische mensensmokkelexpert Stef Janssens staat bomvol met ‘kartons’ van de Belgische justitie. Elk jaar leest de medewerker van de onafhankelijke Nationale Rapporteur voor mensenhandel en mensensmokkel Myria duizenden pagina’s rechtbankdossiers door en daarin ziet hij regelmatig smokkelaars opduiken die ook in Nederland actief zijn. Zo bleek uit dossiers van 2015 dat een Iraanse vrouw uit Rotterdam de financiën regelde van een internationaal smokkelnetwerk en voor de aanvoer van gesmokkelden vanuit Nederland zorgde. Een andere smokkelaar vertelde in een afgeluisterd telefoongesprek dat hij in Nederland ‘iemand kent bij de “Immigratie” en smeergeld betaalt aan de veiligheidsagenten’.
Janssens is verbaasd dat er in Nederland tot voor kort ‘bijzonder weinig gebeurde’ rond mensensmokkel. ‘Je weet op voorhand dat smokkelaars hun werkterrein verleggen als België hen dichter op de huid zit.’ Dat België een probleem heeft met mensensmokkel lijdt geen twijfel. Door de gunstige ligging als logistiek knooppunt in Europa en de nabijheid van de voormalige vluchtelingenkampen in Noord-Frankrijk kreeg België al veel eerder met mensensmokkel naar Engeland te maken. Verschillende parkeerplaatsen langs de E40-snelweg zijn ’s nachts het werkterrein van Koerdische, Albanese en Indo-Pakistaanse smokkelbendes. Ze verhuren en verkopen ‘hun’ parkeerplaatsen aan elkaar, of nemen met geweld elkaars territorium in beslag. Aan de Vlaamse kust houdt de politie elke maand honderden migranten tegen die naar Engeland proberen over te steken. Tussen januari en mei 2016 trof de politie meer dan 4500 inklimmers aan, het merendeel mannen uit Iran en Irak en in 2015 veroordeelde België negentig mensensmokkelaars, in Nederland waren dat er in hetzelfde jaar 57.
Dat het cijfer in België hoger ligt, toont volgens Janssens aan dat de deskundigheid bij opsporingsinstanties daar groter is. In Nederland missen ze die ervaring, zegt hij. Pas in mei 2014 gingen in Den Haag de alarmbellen af toen duizend Eritreërs per week asiel aanvroegen. Het lijkt uitgesloten dat deze vluchtelingen zonder hulp naar ons land zijn gekomen.
Mensensmokkel krijgt intussen meer prioriteit en de strafmaat gaat omhoog. Vanaf november 2015 brengt een Gemeenschappelijk Mensensmokkel Team van het Openbaar Ministerie, de politie en de marechaussee smokkeltrajecten in kaart en is het ook ‘originele out of the box-’interventies gaan bedenken. ‘Je zou verwachten dat er inmiddels meer zaken in het nieuws zouden komen’, zegt criminoloog Richard Staring, die aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam onderzoek doet naar mensensmokkel. ‘Ik heb de indruk dat men niet zo goed zicht heeft op hoe die netwerken er nou uitzien.’
Vanaf 2015 controleert de marechaussee vaker aan de grens: langs wegen, op luchthavens en in zeehavens. Het aantal smokkelverdachten dat wordt aangehouden groeit. Met name in Rotterdam, waar de meeste gevallen gelinkt zijn aan de smokkel van Hoek van Holland naar Engeland, worden er veel verdachten in de kraag gevat. In 2015 waren het er twintig, in 2016 drie keer zo veel. In heel het land gaat het om ongeveer driehonderd mensensmokkelzaken, waarvan er zo’n tweehonderd door de marechaussee zijn aangebracht. ‘Staatssecretaris Dijkhoff klopte zich op de borst over de hoeveelheid aanhoudingen’, zegt Conny Rijken, hoogleraar mensenhandel en globalisering aan Tilburg University, ‘maar die worden lang niet allemaal vervolgd.’ In 2016 zijn er 86 mensen veroordeeld. Volgens Rijken hebben sommige aanhoudingen weinig om het lijf. ‘Als iemand zijn neef is gaan ophalen in Duitsland en bij een grenscontrole blijkt dat hij zijn papieren niet bij zich heeft, valt dat volgens de juridische definitie ook onder mensensmokkel.’
De marechaussee en de politie hebben nog steeds een kennisachterstand, beaamt Warner ten Kate, landelijk officier van justitie voor mensensmokkel. Niet elke agent is even goed in het herkennen van signalen van smokkel. ‘Het is heel belangrijk dat politiemensen op straat een goede training krijgen.’
De smokkelaars veranderen bovendien voortdurend hun werkwijze. ‘De aard van mensensmokkel is helemaal veranderd’, zegt hoogleraar Mirjam van Reisen, die aan de universiteit van Tilburg onderzoek doet naar internationale mensenhandel. ‘Door de opkomst van mobiele communicatie, ICT en financiële transfers per telefoon kunnen kopstukken hun zaakjes van veilige afstand regelen, vaak niet eens uit Europa. Zij rijden echt niet met busjes van A naar B. Met grenscontroles kun je het probleem niet aanpakken. Dan blijven de grote vissen buiten schot.’
Uit rapporten van Europol en de Europese Commissie blijkt dat de criminele organisaties een beroep doen op ondersteunende medewerkers die regelmatig worden vervangen. Het gaat om omgekochte vrachtwagenchauffeurs, corrupte ambtenaren, eigenaars van boten, taxichauffeurs, rekruteerders, koeriers, verkenners en gewone burgers. Op de smokkelmarkt heeft iedereen zijn specialisatie: het beheer van een parkeerplaats, het vervalsen, verkopen of verhuren van identiteitskaarten. Er zijn zelfs kappers die look-a-like-kapsels knippen.
Soms rekruteren medewerkers de migranten in herkomstlanden en organiseren ze de hele reis tot aan Engeland, als een all-inclusive, maar meestal wordt er volgens het European Migration Network maatwerk geleverd. Sommige migranten die illegaal in Nederland aankomen, kunnen bij kennissen of familie terecht, anderen overnachten in een hotel of op een schuiladres. Dat kan een kraakpand op een industrieterrein zijn, een verdieping boven een café of restaurant, een verlaten camping of een doodgewoon rijtjeshuis. ‘Laatst hebben we nog een vermoedelijk schuiladres aangetroffen in een woonwijk in Limburg’, zegt landelijk officier van justitie Ten Kate. ‘Nederland is natuurlijk betrekkelijk klein en smokkelaars proberen zo veel mogelijk onder de radar te blijven.’
Een overnachting op een schuiladres is meestal niet gratis, maar hoeveel een migrant moet betalen weet Ten Kate niet. Volgens het OM in Gent gaat het in België soms om 150 euro per nacht. In het beste geval kan de migrant de volgende dag verder reizen, maar wie pech heeft moet dagen wachten totdat een zogenaamde runner zijn ‘klant’ naar een opstapplek brengt.
beeld Nicola Dinoia
Smokkelnetwerken vervoeren hun klanten soms met eigen auto’s, maar het komt ook voor dat een tussenpersoon simpelweg een bestelbusje huurt bij een autoverhuurbedrijf. ‘Dat soort particuliere organisaties die mensensmokkel onbewust vergemakkelijken, moeten we betrekken bij de bestrijding’, zegt Ten Kate. ‘Als er kleding uit een migratieland is achtergelaten in een ingeleverd busje kun je je afvragen aan wie je je busje hebt verhuurd. Een taxichauffeur die opdracht krijgt om naar Duitsland te rijden om drie Irakezen op te halen, kan ook denken: ik ga toch even de politie inlichten.’
Zo voorkwam een oplettende medewerker van de jachthaven in IJmuiden een ramp. Hij zag vorig jaar een zeilbootje zo verdacht diep in het water liggen dat hij de marechaussee belde. Er bleken dertien Vietnamezen en elf Albanezen verstopt te zitten op het bootje, dat voor hooguit acht personen geschikt was. De ‘kapiteins’, twee Nederlandse jongens van 25 en 26 jaar die in de schulden zaten, hadden een paar zeillessen gevolgd, een flink aantal potten pindakaas ingeslagen en hoopten die middag het Kanaal over te varen. De migranten hadden tussen de vijfhonderd en drieduizend dollar betaald voor de oversteek.
Smokkel via kleinere Nederlandse (jacht)havens is nog wel een uitzondering. Uit cijfers van de vreemdelingenpolitie blijkt dat zij meer dan negentig procent van de inklimmers op een ferryterminal aantreffen en minder dan tien procent elders in het land. Zoals op bedrijventerrein Nijverwaard in Sliedrecht, waar de politie op 20 augustus 2016 een Seat zag staan met een Engels kenteken. De drie mannen op de achterbank, een Afghaan, een Indiër en een man met Italiaanse documenten, verklaarden later dat ze onderweg waren naar Engeland. De bestuurder was nog snel boodschappen aan het doen bij Albert Heijn om de hoek.
Gesmokkelden hebben twee opties, transport zónder of mét garantie. In het eerste geval weet de vrachtwagenchauffeur van niks, en probeert de migrant onopgemerkt in te klimmen, vaak staat er iemand van het smokkelnetwerk op de uitkijk. Met een stanleymes snijden ze een gat in het dekzeil dat ze vervolgens met ducttape of naald en draad dichtmaken. Een enkele keer is de plastic verzegeling verbroken en weer samengesmolten. Als de chauffeur of de douane je ontdekt, heb je pech. Wil je het nog eens proberen, dan moet je opnieuw betalen, in gerechtelijke dossiers duiken bedragen op tussen de 150 en 1500 euro.
De tweede optie, mét garantie, is een stuk duurder, want daarbij is de chauffeur omgekocht om een oogje dicht te knijpen. ‘Het gaat voornamelijk om Oost-Europese chauffeurs uit Polen, Roemenië, Bulgarije en de Baltische Staten’, weet de Rotterdamse officier van justitie Mirjam Blom. Hoeveel geld een chauffeur krijgt voor de medewerking verschilt per zaak.
Volgens het Openbaar Ministerie in Gent betalen migranten tussen de drieduizend en achtduizend euro voor een oversteek waarbij ze het mogen proberen totdat het lukt. Inklimmers die worden betrapt staan vaak meteen weer op straat. ‘Gesmokkelden zijn in Nederland in beginsel niet strafbaar’, legt Warner ten Kate uit. ‘Ook illegaliteit is niet strafbaar. Bovendien is één op de twee inklimmers Albanees, en zij mogen drie maanden zonder visum in Nederland verblijven. Maar ze kunnen wel andere strafbare feiten plegen zoals vernieling aan een vrachtwagen.’
Wat er precies gebeurt nadat de marechaussee een inklimmer heeft ontdekt, hangt af van de nationaliteit, de eventuele wens om asiel aan te vragen in Nederland en de mogelijkheid om iemand te repatriëren. Gesmokkelden ondervragen over hun smokkelaars levert over het algemeen weinig op. ‘Ze durven vaak niet te praten uit angst voor represailles’, zegt officier van justitie Blom. ‘Ze zijn ook niet snel bereid aangifte te doen tegen mensen die hen geholpen hebben’, zegt criminoloog Richard Staring. ‘Ze zien smokkelaars eerder als dienstverleners. De perceptie dat het om criminaliteit gaat, wordt door hen veel minder gedeeld.’
De succesverhalen van familieleden of vrienden die al in Engeland zijn zorgen ervoor dat migranten vaak bijzonder vasthoudend zijn in hun pogingen. De marechaussee ziet soms tot zes keer dezelfde gezichten opduiken. De aantrekkingskracht van Engeland blijft groot. Er geldt geen identificatieplicht, het is er relatief gemakkelijk om een baan te vinden in de zwarte economie en er wordt een wereldtaal gesproken. Bovendien verkopen smokkelaars vaak mooie praatjes: in het beloofde land is iedereen gelijk, er is geen discriminatie, of ze verspreiden foutieve informatie over legale manieren om te migreren. Overheden die mensensmokkel willen terugdringen moeten meer aandacht investeren in het tegenspreken van dat soort boodschappen, is een van de conclusies van een rapport over mensensmokkel dat de Europese Commissie in 2015 publiceerde.
Ook moeten Europese overheden opletten dat ze niet te eenzijdig focussen op een harde aanpak van de aanbodzijde van mensensmokkel, aldus de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR ) in hetzelfde rapport. Het is volgens hen even belangrijk om de factoren te begrijpen die migranten ertoe aanzetten om hun land te verlaten, en hun leven te riskeren voor soms hallucinante bedragen. Niet alle migranten kunnen de som voor de oversteek zomaar neerleggen of lenen. Sommige migranten gaan een tijdje aan de slag als ‘loopjongen’ voor een smokkelaar in een transitland zoals Nederland, totdat ze genoeg geld hebben om door te reizen. Het komt ook voor dat migranten hun schuld afbetalen als ze eenmaal in Engeland zijn, door bijvoorbeeld te werken in een restaurant of nachtwinkel in eigendom van het smokkelnetwerk. Op dat moment gaat mensensmokkel over in mensenhandel. Vrouwen belanden soms in de prostitutie.
Onderzoek mensensmokkel
Voor dit onderzoek is gesproken met tientallen mensen in Nederland en Vlaanderen die zich binnen de overheid, de magistratuur, de opsporingsinstanties en de wetenschap bezighouden met mensensmokkel en migratie. Er zijn Kamervragen geraadpleegd, online raadsvergaderingen gevolgd en talloze openbare rapporten van Europol, Interpol, de Europese Commissie en Eurojust bestudeerd. De Nederlandse cijfers zijn opgevraagd bij het ministerie van Veiligheid en Justitie, de landelijk officier van justitie mensenhandel/mensensmokkel en het Openbaar Ministerie in Rotterdam. De Belgische cijfers komen van de dienst Vreemdelingenzaken, de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en de Dienst Strafrechtelijk Beleid.
Tien jaar terug betaalde de migrant zijn reis vaak via geldtransferagentschappen als MoneyGram, maar tegenwoordig is cash betalen en ondergronds bankieren via het Hawala-systeem populair. Dat is een eeuwenoud informeel betaalsysteem uit Pakistan en India dat dient om geld onzichtbaar te verplaatsen waarbij zowel de betaler als de ontvanger anoniem is, waardoor het zeer lastig is voor de politie om er vat op te krijgen.
Het kat-en-muisspel tussen overheid en smokkelaars vindt ook rond de havens plaats. Smokkelaars houden precies bij welke transporten lukken, soms gaat er een volgauto mee om te observeren. Waar controleert de politie? Waar is de beveiliging het zwakst? In Hoek van Holland ontdekte de bewaking vorig jaar dat migranten via de riolering binnenkwamen. Er staan nu hekken om de rioolputten.
Dat Rotterdam een goed georganiseerd logistiek knooppunt is, heeft voordelen voor mensensmokkelaars, zegt Ingrid Meuwissen van Port Security Center. ‘Alle schepen zijn traceerbaar via het trackingsysteem AIS , met vertrektijden en bestemming. Dat is aantrekkelijke informatie voor criminele netwerken, waarvan gebleken is dat die ook relatief eenvoudig te hacken en te manipuleren is. Cybersecurity vormt ook voor de scheepvaart een steeds groter risico.’ Wordt de ene route te riskant, dan verplaatsen smokkelaars hun activiteit. ‘Nu de ferryterminals steeds strenger beveiligd zijn, verschuift het probleem naar andere terminals’, zegt Meuwissen, ‘bijvoorbeeld voor de overslag van zand, grind, schroot of afval.’
‘Smokkelaars hadden vroeger Nederland niet nodig. Ze hadden vrij spel in België en Frankrijk.’ Ann Lukowiak is substituut procureur des konings, een Belgische officier van justitie. Ze behandelt alle mensensmokkeldossiers in Oost-Vlaanderen. Aan haar werktafel in het gerechtsgebouw in Gent tekent ze een schuine lijn op een vel papier: het is de Noordzeekustlijn. ‘We zien al jaren dezelfde bendes opereren in Frankrijk en België. Toen Calais super bewaakt werd, moesten ze uitwijken.’ Ze tekent een pijl van Frankrijk naar België en zet een kruis ter hoogte van Zeebrugge, de enige Belgische haven met een ferryverbinding met Engeland. ‘Eerst verschoven ze hun activiteit landinwaarts. Maar sinds die harde aanpak hier maken ze een lus. Nu gaan ze via Namen, Doornik en Bergen in Wallonië naar de parkings langs de E40-snelweg en de havens.’
Van de sluiting van Calais heeft ze nog niet veel gemerkt, maar Lukowiak verwacht dat een deel van de migranten deze winter zal terugkeren naar Noord-Frankrijk. ‘De vorige keer dat het kamp is ontmanteld is ongeveer dertig procent teruggekomen. Er zijn al een aantal minderjarigen teruggekeerd omdat ze geen toekomst zien in de hen opgelegde opvangplaatsen in het binnenland van Frankrijk. De anderen vinden nieuwe wegen om naar Engeland te gaan.’ In de Franse kustplaatsen Dieppe en Cherbourg zijn er al inklimmers gesignaleerd en er ontstaan nieuwe satellietkampen in de buurt van Lille en Reims. ‘De laatste anderhalf à twee jaar zien we bovendien dat onze smokkelaars naar Nederland verhuizen.’
Lukowiak verwijst naar een Albanese smokkelbende die zijn hoofdkwartier in 2014 van België naar het Zeeuwse Zierikzee verplaatste, in de hoop van daaruit onopgemerkt de smokkelactiviteiten rond Gent voor te zetten. ‘Maar ze hadden pech.’ Door de Belgisch–Nederlandse samenwerking tussen politiediensten en parketten kon Nederland drie verdachten uitleveren aan België, waar ze op 23 november 2015 terechtstonden en een geldboete van 174.000 euro kregen opgelegd en celstraffen van tussen één en twee jaar. Bijna alle partijen die met mensensmokkel te maken hebben hameren op de noodzaak om internationaal samen te werken. Dat gebeurt, stapje voor stapje, ook steeds meer.
In mei 2016 kwamen magistraten uit Nederland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk samen om een speciale taskforce op te richten voor de aanpak van mensensmokkel in het Noordzeegebied. Wanneer een smokkelbende in meerdere landen actief is, kunnen ze informatie uitwisselen en samen het onderzoek doen met een zogenaamd Joint Investigation Team. In de praktijk is zo’n internationale samenwerking complex, weet Lukowiak. ‘Je moet elkaars rechtssysteem leren kennen: wat is bij ons bewijs, en wat bij jullie? Je moet regelmatig vergaderingen bijwonen en als je financiële ondersteuning vraagt van Eurojust moet je ook nog een begroting in elkaar steken.’
Het tegengaan van mensensmokkel is dan ook een bijna onmogelijke opdracht. Lukowiak zucht. ‘Je ontmantelt nooit de ganse bende. Je hebt er altijd één die de dans ontspringt en die dan opnieuw begint. Zelfs als je erin slaagt om een volledig netwerk op te rollen, start er binnen een week een nieuwe bende op hetzelfde traject. Ze laten zich zelfs niet door gevangenisstraffen afschrikken.’
Toch twijfelt ze niet aan het belang van haar werk. ‘Als we niks doen, groeit hun handel ook. Mensensmokkel groeit hoofdzakelijk omdat er heel veel mensen op de been zijn. Mensen migreren sinds de oertijd. Nu heb je landsgrenzen en is het beleid in Europa niet onderling afgestemd, en zo ontstaan er problemen. Maar dat overstijgt wat wij doen. Wij blijven voortwerken, omdat we willen dat mensen die schromelijk geld verdienen over de rug van slachtoffers gestraft worden. Onze overtuiging is: je kunt niet maken dat iemand sterft in een camion of een koffer, op ons grondgebied.’
Dit artikel kwam mede tot stand dankzij steun van de Vlaams-Nederlandse Journalistenbeurs; vnjb.eu